Geschiedenis

Kleio wordt op 21 oktober 1929 opgericht in de Oudemanhuispoort door H.A. Rabbie, W.J. van Hoboken, A. Visser, A. Pellen, A.M. Magré, E. Nix, H.H. Harms, E. Friezer, B. Katan en A.C.J. de Vrankrijker, als afsplitsing van Helios, studievereniging voor Neerlandistiek.

Zeven jaar later speelt Kleio-voorzitter Loe de Jong een rol bij het oprichten van de Organisatie van Studenten in de Geschiedenis in Nederland (OSGN). In de loop der jaren neemt het aantal geschiedenisstudenten van de universiteit fors toe. Waren het er in 1954 nog 65, in 1961 was dit verdrievoudigd tot 186.

De jaren 60 zijn woelige jaren en studenten eisen meer inspraak. Steeds vaker mogen zij meepraten over de inhoud van het onderwijs en in 1969 worden voor het eerst studenten betrokken bij de benoeming van een nieuwe hoogleraar, een traditie die nog altijd bestaat. Voor een aantal studenten is het echter nog niet genoeg en in mei 1976 leidt dit tot een handgemeen. Studenten bezetten het ‘Historisch Seminarium’ van de universiteit en eisen aanpassingen aan studiehervormingen. Na twee dagen moeten zij het pand alweer ontruimen en hun actie heeft weinig effect: drie dagen na het begin van de bezetting stemt de Studierichtingsraad in met het originele hervormingsplan.

Kleio heeft een bewogen geschiedenis met vele hoogte- en dieptepunten, soms zelfs jaren waarin de vereniging amper heeft overleefd. De jaren 80 is zo’n periode waarover weinig meer bekend is, maar vanaf 1988 leeft het verenigingsleven weer op. Kleio is inmiddels dan ook weer een bruisende en veelzijdige vereniging die zich met haar ruim vierhonderd leden bovendien tot een van de grootste studieverenigingen aan Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam mag rekenen.

Voor een volledig chronologisch en historisch overzicht van Kleio en haar positie in het academische landschap, verwijzen we je naar deze pagina.

Met dank aan Frans Rotteveel Mansveld